Heere Heeresma (1932–2011), volgens Cherry Duyns de ‘grootvorst van het verhaal’, debuteerde in 1954 als dichter, maar werd vooral bekend door de in alcohol gedrenkte novelle Een dagje naar het strand (1962), het buitengewoon geestige Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp (1972) en de verhalenbundel Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming (1973). Daarover oordeelde Willem Frederik Hermans, toch berucht om zijn kritische, of beter vernietigende meningen: ‘Het beste boek dat gedurende de laatste vier jaar binnen onze vaderlandse literatuur is verschenen. Het zijn verhalen over de dood, maar niet de dood als frase zoals bij G.K. van het Reve.’
In de jaren 90 dreigde Heeresma vergeten te raken, maar met de publicatie van Een jongen uit plan Zuid in 2005 vestigde hij definitief zijn naam.
Voor Houdbaar – het dertiende deel in de Gedundrukt-reeks – koos Anton de Goede, wiens biografie van Heeresma in het najaar zal verschijnen, uit het gevarieerde oeuvre de beste verhalen, gedichten en brieven, waarvan sommige nu voor het eerst in boekvorm verschijnen.
In de jaren 90 dreigde Heeresma vergeten te raken, maar met de publicatie van Een jongen uit plan Zuid in 2005 vestigde hij definitief zijn naam.
Voor Houdbaar – het dertiende deel in de Gedundrukt-reeks – koos Anton de Goede, wiens biografie van Heeresma in het najaar zal verschijnen, uit het gevarieerde oeuvre de beste verhalen, gedichten en brieven, waarvan sommige nu voor het eerst in boekvorm verschijnen.
