In de gedichten van Erik Lindner gaat het om het veraanschouwelijken. Er wordt niets beschreven of vastgelegd, er wordt benoemd wat gezien kan worden. Door de volle aandacht te vestigen op wat veronachtzaamd wordt, komt een raadsel tot leven, de nevel die de dingen en de mensen omhult, in hun waarde laat. Lindners poëzie ontstaat uit grote betrokkenheid. Ze omcirkelt en benadert maar laat de beelden die hij oproept de eigen ruimte.