Oost-Indische Compagnie een rechtvaardiging voor de stichting van een handelsimperium in de Oost. Hij onderscheidde zich als dichter van Latijnse poëzie, werkte aan een omvangrijke Bijbelcommentaar en schreef tussen de bedrijven door ook nog eens duizenden brieven.
Deze correspondentie is de belangrijkste bron voor de kennis van Grotius' leven en werken. Zij vormt de basis voor een biografie over een geleerdenleven dat in het teken stond van strijd om vrede op politiek en kerkelijk gebied. Op zijn bewogen zoektocht naar eendracht en orde oogstte hij haat en minachting, maar ondertussen bouwde hij voort aan een geestelijke nalatenschap die hem blijvende en
internationale roem bezorgde. Dat was ook Grotius' levenslot, zoals goed naar voren komt uit dit verhaal van zijn loopbaan, familieleven, reizen, geleerde contacten, humanistische studies en verbeten
polemieken.
De biografie is geschreven in opdracht van het Huygens Instituut met ondersteuning van het Prins Bernhard Fonds.