Lo groeit als enig kind op in een opmerkelijk grote familie. Pas op voor slangen, waarschuwt haar moeder. En voor de snelweg, voor hoogspanningsleidingen en voor vleermuizen. Maar bovenal moet Lo oppassen voor de liefde, al legt haar moeder nooit uit waarom.
Tijdens een benauwd-warme zomer in de jaren zeventig leert Lo haar veel oudere buurjongen Lukas kennen, die opgroeit bij zijn gewelddadige Hongaarse vader. Hoewel haar moeder Lo verbiedt met hem om te gaan, zijn ze twee handen op één buik. Met de jaren gaat het verbieden over in een zwijgend veroordelen, tot uiteindelijk moeders afstandelijkheid Lo het dorp uit jaagt.
Tijdens een benauwd-warme zomer in de jaren zeventig leert Lo haar veel oudere buurjongen Lukas kennen, die opgroeit bij zijn gewelddadige Hongaarse vader. Hoewel haar moeder Lo verbiedt met hem om te gaan, zijn ze twee handen op één buik. Met de jaren gaat het verbieden over in een zwijgend veroordelen, tot uiteindelijk moeders afstandelijkheid Lo het dorp uit jaagt.