Versteegen de gebruiksvoorwerpen uit de
nalatenschap van zijn ouders. Ze roepen
scherpe herinneringen op aan de vanzelfsprekende
zorgzaamheid van zijn vader en
moeder,maar ook aan hun ziekte en dood.
Vooral wanneer de dichter de spullen aanraakt,
lijken zijn ouders dichtbij. Draagt hij zijn vaders
trouwring ('zes gram, vol krassen van zijn
werk'), dan voelt hij zich meer dan ooit met
hem verbonden. Hoe moet het verder met de
erfenis als de erfgenaam op een dag zelf zijn
huis verlaat?