Kevin is de zoon van landarbeiders en begint een startup voor afvalverwerking met regenwormen. Hij komt terecht in de glamoureuze wereld van machtige techneuten en celebrities.
Arthur, een kind van de bourgeoisie, trekt zich terug op een boerderij om zelfvoorzienend te leven, maar stuit daarbij op de realiteit van het plattelandsleven. Geleidelijk radicaliseert hij en trekt hij een groep extremistische jongeren aan.
Gaspard Koenig vertelt de paradoxen van onze tijd: sociale mobiliteit en klassenverachting, de belofte van vooruitgang en ecologische opstand, onmogelijke liefde en heroïsche wanhoop.