Poëzie wordt onterecht als wereldvreemd, oervervelend, aartsmoeilijk en bovenal totaal nutteloos ervaren. Het is hoog tijd om het roer om te gooien. Want poëzie is anti-onverschillig. Ze is betrokken, bewogen en bedachtzaam. Poëzie is een aanfluiting van de oogkleppen dragende mens, degene die bij de neus naar de kraampjes van de vrije markt wordt geleid en wiens lectuur zich verengt tot het lezen van de krantenkoppen, de uittreksels van zijn bankrekening en zelfs heel misschien de bestseller koopt waar iedereen het over heeft. Poëzie is verheven, groots en een onbeschaamde daad.