"Ik dagdroom veel over de mensen die ik zou willen zijn. Ik ben
meestal een man van veertig. Eén zonder vrienden, met een
voorliefde voor rode omfietswijn. Een man in een klein appartementje,
met een buurvrouw die hem af en toe wijst op de
aanbiedingen in de foldertjes en op zijn planten. Dat ze weer
eens water moeten. Een buurvrouw met een kat."