Wie De ijsgeneraals opslaat, vraagt zich misschien even af: is dit wel een dichtbundel? De regels komen allemaal nogal dicht bij de rechter kantlijn, en de gedichten zijn aan de onderkant van de pagina gewoonlijk ook nog niet afgelopen. Wie de gedichten gaat lezen merkt echter meteen dat er van poëzie sprake is: bij eerste lezing is er een sfeer, met daardoor des te pregnanter beelden; bij herlezing zal de hele `setting vorm aannemen. Bijvoorbeeld ijssalons met als hoge militairen uitgedoste kelners of de puinhopen van het Haagse Bezuidenhout, vlak na de oorlog, met spelende kinderen. Ook bij herhaalde herlezing zal er nog veel te ontdekken overblijven, vooral op het niveau van de taal, waar wel van een uiterste `dichtheid gesproken kan worden, en dus van een maximale afstand tot het proza.