Als Berend van Baarle op een avond in beschonken toestand thuiskomt liggen zijn drie zoons te slapen, maar is het echtelijke bed leeg en zijn vrouw Cecile verdwenen. Met haar is ook de hond en de punter verdwenen. Op de steiger achter hun huis aan het Bovenwiede vindt Berend een kapotte wijnfles. De volgende dagen laat Cecile in onduidelijke berichtjes aan hem en hun oudste zoon weten dat ze even met rust gelaten wil worden. Maar dan komt hij erachter dat ze een groot geheim voor hem heeft. Wanneer haar berichten aan hun zoon schaarser worden en hijzelf helemaal niets meer van haar hoort, slaat zijn woede om in bezorgdheid. Is ze wel vrijwillig vertrokken? Hij begint een zoektocht, maar degenen die iets zouden kunnen weten, zwijgen. In plaats van antwoorden komen er alleen maar meer vragen bij.