Weinig verdwenen gebouwen zijn zo geliefd als het Paleis voor Volksvlijt, ooit bedoeld als tentoonstellingsgebouw voor de Nederlandse industrie. De bouw luidde in 1859 het begin in van een radicale vernieuwing die heel Nederland in zijn greep zou krijgen. De Nederlandse industrie sloeg de handen ineen en toonde hoe de toekomst eruit zou kunnen zien. Een toekomst van ijzer en glas. In een tijd van wolkenkrabbers van staal en glas is het nauwelijks meer voor te stellen hoe bijzonder het Paleis was. Maar weinig zou blijken te zijn wat het leek.
De dramatische brand van het Paleis voor Volksvlijt in 1929 beroofde Amsterdam van een van zijn markantste gebouwen. Stoutmoedige plannen om het te herbouwen hadden tot nog toe geen resultaat. Maar de brand en de latere sloop van de bijbehorende winkelgalerij ten behoeve van De Nederlandsche Bank zorgden er wel voor dat het Paleis blijvend deel is gaan uitmaken van ons collectieve geheugen.
Gabri van Tussenbroek vertelt op aanstekelijke wijze over de moeizame geboorte van de industriële bouw in Nederland. Hij is bouwhistoricus van de stad Amsterdam en hoogleraar stedelijke identiteit en monumenten aan de UvA. Eerder schreef hij De toren van de Gouden Eeuw (shortlist Libris Geschiedenis Prijs 2018) en Amsterdam en de Nachtwacht.
Over De toren van de Gouden Eeuw:
‘Van Tussenbroek vervlecht knap grote en kleine verhalen.’
Trouw
‘Een uitstekend gedocumenteerde reconstructie en een heerlijke blik op de mores in wat destijds ’s werelds belangrijkste stad was.’
Elsevier ****
De dramatische brand van het Paleis voor Volksvlijt in 1929 beroofde Amsterdam van een van zijn markantste gebouwen. Stoutmoedige plannen om het te herbouwen hadden tot nog toe geen resultaat. Maar de brand en de latere sloop van de bijbehorende winkelgalerij ten behoeve van De Nederlandsche Bank zorgden er wel voor dat het Paleis blijvend deel is gaan uitmaken van ons collectieve geheugen.
Gabri van Tussenbroek vertelt op aanstekelijke wijze over de moeizame geboorte van de industriële bouw in Nederland. Hij is bouwhistoricus van de stad Amsterdam en hoogleraar stedelijke identiteit en monumenten aan de UvA. Eerder schreef hij De toren van de Gouden Eeuw (shortlist Libris Geschiedenis Prijs 2018) en Amsterdam en de Nachtwacht.
Over De toren van de Gouden Eeuw:
‘Van Tussenbroek vervlecht knap grote en kleine verhalen.’
Trouw
‘Een uitstekend gedocumenteerde reconstructie en een heerlijke blik op de mores in wat destijds ’s werelds belangrijkste stad was.’
Elsevier ****