In het laatste anderhalf jaar van zijn leven hield Peter R. de Vries in het geheim een logboek bij. Vanaf de dag dat hij in aanraking komt met de kroongetuige in het Marengo-proces tot aan de dag van de aanslag op zijn leven (6 juli 2021), doet hij nauwgezet en bij vlagen met humor, verslag van zijn rol als vertrouwensman van Nabil B.
Hij vertelt over zijn rol in het verdedigingsteam dat hij vormde met de advocaten Peter Schouten en Onno de Jong, en de krachten waarmee hij werd geconfronteerd: de onthutsende wijze waarop het Openbaar Ministerie het verdedigingsteam en de familie van de kroongetuige probeert tegen te werken, en de strijd met advocaten en bepaalde ‘vrienden van de media’. In het logboek is Peter R. aan het woord, de publieke persoonlijkheid en crimereporter, de bevlogen strijder voor rechtvaardigheid.
Parallel daaraan lezen we over de familieman Peter, betrokken vader voor zijn dochter en zoon, opa van zijn kleinkinderen, in de ontroerende en aangrijpende dagboekfragmenten van zoon Royce de Vries (1989), die met dit boek zijn debuut maakt als schrijver. De verhalen van Royce lopen deels synchroon met het leven van zijn vader, maar bevatten ook herinneringen aan hun reizen en bijzondere ontmoetingen, de gezamenlijke passie voor voetbal en duiken, en de (ongevraagde) bezoekjes aan huis door Willem Holleeder. Royce vertelt hoe hij Amanda ten huwelijk vroeg, over de geboorte van hun oudste zoon, zijn bijzondere band met zijn moeder Jacqueline en zus Kelly, en zijn passie voor de advocatuur.
En hij schetst wat er gebeurde in de negen dagen na de aanslag tot Peters overlijden op 15 juli 2021, bij de uitvaart en wat er daarna gebeurde in het leven van zijn familie en de andere hoofdrolspelers in het boek.
Ik beloof je dat ik honderd word is bovenal een boek over een vader en een zoon. Over familiebanden, loyaliteiten, principes, redenen om voor te leven en te strijden. Over je rug recht houden, ‘de weg ertegen’ en een leven dat in het teken staat van de juiste keuzes maken – en daarvoor staan.