Chris Hoop is privédetective, schrijver en vader. Helaas is hij in geen van die drie dingen erg goed. Zijn ex Lisa – het onderwerp van zowel zijn niet aflatende affectie als zijn tergende frustratie, en de moeder van zijn acht maanden oude zoontje Gijs – is van mening dat Chris de kleine dreumes beter niet kan zien. Niet zonder toezicht, tenminste. Dat is haar ook niet helemaal te verwijten: Chris houdt van drank en soms wat wit poeder, hetgeen zijn punctualiteit niet altijd ten goede komt. Of zijn verstand. Dit alles leidt ertoe dat hij zijn zoontje vaker moet missen dan hij zou willen: een hartverscheurende situatie, die honderdtachtig graden verandert wanneer Lisa opeens spoorloos verdwijnt…
Ook zijn bazin – die hem opdrachten verschaft – begint door haar geduld heen te raken, en geeft hem nog één kans om een zaak tot een goed einde te brengen. Hij moet Debby Janssen vinden, een slinkse femme fatale die mannen verslindt en bedreigd wordt door, ja, door wie eigenlijk? Gelukkig heeft onze inspecteur Holmes zijn eigen Dr. Watson, en wel in de vorm van zijn excessief getatoeëerde bovenbuurman Dave: een goedzak met een voorliefde voor punkrock, c-films en onaangekondigde bezoekjes.
De queeste van Chris en Dave leidt tot vechtpartijen met Marokkanen op scooters, achtervolgingen in het bos, schermutselingen met oude vrouwtjes en wraakzuchtige barkeepers. En dat is nog maar het begin...