Jan is een doodgewone jongen. Hij wil niets liever dan bijzonder worden. Maar hoe doe je dat?
Ik ben negen en ik ben niks bijzonders. Alleen mijn naam al. Ik heet Jan. Net als mijn vader. En mijn grootvader en zijn vader. Als ik in de spiegel kijk, is er weinig te zien. Ik ben niet klein en niet groot. Niet dik en niet dun. Mijn haar is niet blond en niet bruin. Mijn ogen zijn zo grijs als een lucht vol wolken. Ik ben gewoon. Zo gewoon, dat geloof je niet. Zo gewoon dat ik zin heb om het uit te schreeuwen! Het is genoeg geweest. Ik ben het zat. Vanaf morgen zal alles veranderen. Ik word bijzonder. Wacht maar af.
Ik ben negen en ik ben niks bijzonders. Alleen mijn naam al. Ik heet Jan. Net als mijn vader. En mijn grootvader en zijn vader. Als ik in de spiegel kijk, is er weinig te zien. Ik ben niet klein en niet groot. Niet dik en niet dun. Mijn haar is niet blond en niet bruin. Mijn ogen zijn zo grijs als een lucht vol wolken. Ik ben gewoon. Zo gewoon, dat geloof je niet. Zo gewoon dat ik zin heb om het uit te schreeuwen! Het is genoeg geweest. Ik ben het zat. Vanaf morgen zal alles veranderen. Ik word bijzonder. Wacht maar af.