In Ik maak nooit iets mee en andere avonturen beleeft Guus Middag het ene na het andere avontuur. Hij schreef die zo aanstekelijk op, dat hij er de Gouden Griffel 1996 voor kreeg. Hij vertelt over voetbal, over borsten, over honden, over een standbeeld met een badpak aan, over stratenribbelaars, over verliefdheid en nog veel meer. Ieder verhaal eindigt met een gedicht. In het verhaal 'Het superbaksteenspel' heeft hij net een Gameboy gekregen. Hij speelt steeds Tetris, het Super Brick Game. 'Verslavend lijkt het me niet. Meer dan vier, vijf uur per dag ben ik er niet mee kwijt. Maar een nadeel is wel dat je de hele dag vallende steentjes blijft zien, ook als je niet speelt. Ik kijk naar buiten en zie twee dromerige duiven in de voorjaarszon op een tak wiegen. Maar waarom schieten er toch steeds minuscule baksteentjes door die boom heen?'