'Ik ben leuk. Ik ben mooi. En het beste is: ik ben slim.'
Maar ondanks het feit dat de beer bijzonder lekker in zijn bruine vel zit en volop van het leven geniet, voelt hij zich soms toch wat eenzaam.
Op die momenten laat hij de boel de boel en rent net zolang tot hij bij zijn berenvriend is, want:
'Ik ben blij dat jij er bent!'