Wie een hardloper spreekt, wordt deelgenoot van looptijden en afgelegde afstanden. Wie een hardloper laat schrijven, komt in een wereld van vriendschap, doorzettingsvermogen, de pijn van verliezen, de pijn van nét niet winnen, de euforie van net wél winnen, natuur, gezondheid, samenwerking, uitputting, quasiwetenschappelijke methodes, prachtige lijven, valse erfhonden, onverwachte aanmoedigingen, de koperen ploert, steentjes in de schoenen, lichamelijke ongemakken, overbodige rugzakjes, eerste stappen, laatste meters, opstaan en weer doorgaan. Wie een hardloper leest, begint spontaan zelf te joggen.
Cabaretier Pieter Jouke, de enige die ooit een marathon in Carré rende, bundelde de beste hardloopverhalen van bekende en minder bekende renners. Verhalen uit bekende monden - waarmee beloftes werden gedaan, waaruit gehijg klonk en waarin bloed werd geproefd.
Met bijdragen van o.a. Karin Amatmoekrim, Bram Bakker, Bert Brussen, Joep van Deudekom, Jochem van Gelder, Ronald Giphart, Dolf Jansen, Martine de Jong, Jan Lammers, Heleen Mees, Toine van Peperstraten, Art Rooijakkers, Ronald Snijders, Jack Spijkerman, Arthur Umbgrove, Dennis van de Ven en Leon Verdonschot.
Pieter Jouke (1973) werkte voor multinationals totdat hij doorhad dat hij onverantwoordelijk veel tijd niet in humor stak. Hij schreef o.a. voor De Wereld Draait Door, Koppensnellers en Spijkers met Koppen en staat met een soloprogramma in de theaters. Hij liep vele marathons, waaronder één op een loopband in een uitverkocht Carré.
`Jouke is een eigenzinnige cabaretier met een fijn gevoel voor literair absurdisme, waar er (naast Wim Helsen) maar heel weinig van rondlopen.
de Volkskrant
`Lastig na te vertellen maar des te bezienswaardiger.
NRC Handelsblad
`Geniaal taalgrappig.
de Volkskrant
`Alsof hij de grens tussen cabaret, toneel en literatuur opzoekt.