Na Sapfo lieten meer vrouwen een nieuw en eigen geluid horen in de antieke dichtkunst. Anyte uit Arcadië verhief als eerste het landschap tot een onderwerp voor poëzie. Erinna dichtte een klaagzang over liefde en dood, Nossis verbeeldde een zinderende vrouwenwereld vol schoonheid en rituelen, Korinna herschiep de mythische wereld vanuit een vrouwelijk perspectief.
Sulpicia is de enige Romeinse vrouw van wie gedichten zijn overgeleverd; in haar cyclus over een grote liefde klinkt haar stem nu eens trots, dan weer kwetsbaar. Zo past ze perfect in dit koor van unieke stemmen van vrouwen uit de oudheid, voor het eerst bijeengebracht en vertaald in het Nederlands.