Alle vogels slaan hun vleugels uit: 'niet om te willen/ vliegen, maar uit pure schrik'. In een tijd waarin steden zinken en buitenwijken branden, kan de dichter niet langer verwonderd aan de zijlijn blijven staan. Gesterkt door een leger van illustere voorgangers en hedendaagse inspiratiebronnen, schrijft Thomas Möhlmann zich in Ik was een hond een weg naar een bewoonbare toekomst. Familie, liefde, politiek: alles van waarde weert zich. Waar we precies vandaan komen is aan het oog onttrokken en waar we eindigen is onbekend, maar 'we leven nog, alles wat je denkt, alles wat/ je wilt, kunnen we wat mij betreft nu nog worden'.
Thomas Möhlmann (1975) publiceerde twee poëziebloemlezingen en de bekroonde en geprezen dichtbundels De vloeibare jongen (2005), Kranen open (2009) en Waar we wonen (2013). Hij is redacteur van poëzietijdschrift Awater en doceert aan ArtEZ Hogeschool voor de kunsten in Arnhem. Zijn poëzie las hij voor op talloze binnen- en buitenlandse podia, van Berlijn, Bratislava en Istanbul tot Lowlands, Crossing Border, Carré en het Concertgebouw.
Over eerdere dichtbundels:
'Dit is uitzonderlijk goede poëzie.'
de Volkskrant
'In het vinden van een betekenisvolle verhouding tussen detail en geheel, tussen suggestie en beschrijving is hij meesterlijk geslaagd.'
Jury Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs
'Een vriendelijke stem met een gruwelijke boodschap. Thomas Möhlmann confronteert zijn lezers op aangrijpende wijze.'
De Groene Amsterdammer
'Thomas Möhlmann schrijft gedichten met een aanstekelijk ritme, maar er zitten weerhaakjes aan.'
De Morgen