Karin Bloemen, zelf slachtoffer van misbruik, schreef het voorwoord voor dit boek. Angel is een meisje dat van jongs af aan misbruikt en mishandeld wordt door haar ouders. De psychische en lichamelijke gevolgen zijn enorm. Jarenlang worstelt Angel met een enorm trauma en met de zelf opgelegde plicht om te zwijgen. Van hulpverleners krijgt ze te horen dat er niets te doen is tegen haar slapeloosheid en gruwelijke nachtmerries.
(Fragment) ‘Ik zou slecht zijn en er zou nooit iemand van me houden,' vertelt Angel. 'Ik geloofde dit onvoorwaardelijk, want als je je ouders niet kunt vertrouwen, wie dan wel? Mijn vader mishandelde me waar anderen bij waren. Geen enkele volwassene greep ooit in. Het versterkte mijn gevoel dat ik een duivelskind was.’
De GGZ vindt het maar niets wanneer Angel vrijwilligerswerk wil doen. Ze moet zich als slachtoffer gedragen en zich laten behandelen. Ze onderneemt verschillende zelfmoordpogingen. Wanneer er een hulpverlener verschijnt die haar werkelijk wil helpen, keert de vechtlust in Angel terug. Met veel doorzettingsvermogen doet ze dingen waar ze vroeger zo bang voor was. Beetje bij beetje groeit haar zelfvertrouwen.
In Ik was geen duivelskind beschrijft Angel de gevolgen van het misbruik en de geestelijke vernedering, gevolgen die voor veel vrouwen herkenbaar zijn. Angel beschrijft in schrijnende voorbeelden de machteloosheid van de hulpverlening. Politieagenten helpen haar als ze haar radeloos en verward op straat vinden. Buren denken dat ze een crimineel is, want anders staat er toch niet zo vaak een politieauto voor de deur? Grappige en trieste momenten wisselen elkaar af in dit boek dat ontroert en inspireert.
Angel van der Vecht (1970) heeft een veelgelezen blog www.angelsite.nl en verzorgt presentaties voor slachtofferhulp. Ze schreef dit boek met medewerking van journaliste Maria Genova (1973).
(Fragment) ‘Ik zou slecht zijn en er zou nooit iemand van me houden,' vertelt Angel. 'Ik geloofde dit onvoorwaardelijk, want als je je ouders niet kunt vertrouwen, wie dan wel? Mijn vader mishandelde me waar anderen bij waren. Geen enkele volwassene greep ooit in. Het versterkte mijn gevoel dat ik een duivelskind was.’
De GGZ vindt het maar niets wanneer Angel vrijwilligerswerk wil doen. Ze moet zich als slachtoffer gedragen en zich laten behandelen. Ze onderneemt verschillende zelfmoordpogingen. Wanneer er een hulpverlener verschijnt die haar werkelijk wil helpen, keert de vechtlust in Angel terug. Met veel doorzettingsvermogen doet ze dingen waar ze vroeger zo bang voor was. Beetje bij beetje groeit haar zelfvertrouwen.
In Ik was geen duivelskind beschrijft Angel de gevolgen van het misbruik en de geestelijke vernedering, gevolgen die voor veel vrouwen herkenbaar zijn. Angel beschrijft in schrijnende voorbeelden de machteloosheid van de hulpverlening. Politieagenten helpen haar als ze haar radeloos en verward op straat vinden. Buren denken dat ze een crimineel is, want anders staat er toch niet zo vaak een politieauto voor de deur? Grappige en trieste momenten wisselen elkaar af in dit boek dat ontroert en inspireert.
Angel van der Vecht (1970) heeft een veelgelezen blog www.angelsite.nl en verzorgt presentaties voor slachtofferhulp. Ze schreef dit boek met medewerking van journaliste Maria Genova (1973).