Ik was het duivelskind
Angel van der Vecht en Maria Genova
Met een voorwoord door Karin Bloemen
Dit boek is net langverwachte en niet minder heftige vervolg op Het Duivelskind, de bestseller met het levensverhaal van Angel, over foute ouders en falende jeugdzorg. Iedere lezer huilde op een andere pagina. Nu verschijnt het vervolg.
Angel is een meisje dat van jongs af aan misbruikt en mishandeld wordt door haar ouders. De psychische en lichamelijke gevolgen zijn enorm. Jarenlang worstelt Angel met een enorm trauma en met de zelf opgelegde plicht om te zwijgen. Van hulpverleners krijgt ze te horen dat er niets te doen is tegen haar slapeloosheid en gruwelijke nachtmerries met flashbacks naar haar jeugd.
(Fragment) ‘Mijn ouders zeiden dat ik slecht zou zijn; er zou nooit iemand van me houden. Ik geloofde dit onvoorwaardelijk, want als je je ouders niet kunt vertrouwen, wie dan wel? Mijn vader mishandelde me waar anderen bij waren. Geen enkele volwassene greep ooit in. Het versterkte mijn gevoel dat ik een duivelskind was.’
De gevolgen van misbruik en geestelijke vernedering zijn helaas voor veel vrouwen herkenbaar. Angel beschrijft in Ik was het duivelskind schrijnende voorbeelden de machteloosheid van de hulpverlening. Politieagenten helpen haar als ze haar als ze haar radeloos en verward op straat vinden. Buren denken dat ze een crimineel is, want anders staat er toch niet zo vaak een politieauto voor de deur?
Wanneer er een hulpverlener verschijnt die haar werkelijk wil helpen, keert de vechtlust in Angel terug. Met veel doorzettingsvermogen doet ze dingen waar ze vroeger zo bang voor was. Beetje bij beetje groeit haar zelfvertrouwen. Grappige en intens trieste momenten wisselen elkaar af in dit boek dat ontroert en inspireert.
Karin Bloemen, zelf slachtoffer van misbruik, schreef het voorwoord.
Angel van der Vecht (1970) heeft een veelgelezen blog www.angelsite.nl en verzorgt presentaties voor diverse maatschappelijke organisaties. Ze schreef dit boek met medewerking van schrijfster en onderzoekjournalist Maria Genova (1973).
Angel van der Vecht en Maria Genova
Met een voorwoord door Karin Bloemen
Dit boek is net langverwachte en niet minder heftige vervolg op Het Duivelskind, de bestseller met het levensverhaal van Angel, over foute ouders en falende jeugdzorg. Iedere lezer huilde op een andere pagina. Nu verschijnt het vervolg.
Angel is een meisje dat van jongs af aan misbruikt en mishandeld wordt door haar ouders. De psychische en lichamelijke gevolgen zijn enorm. Jarenlang worstelt Angel met een enorm trauma en met de zelf opgelegde plicht om te zwijgen. Van hulpverleners krijgt ze te horen dat er niets te doen is tegen haar slapeloosheid en gruwelijke nachtmerries met flashbacks naar haar jeugd.
(Fragment) ‘Mijn ouders zeiden dat ik slecht zou zijn; er zou nooit iemand van me houden. Ik geloofde dit onvoorwaardelijk, want als je je ouders niet kunt vertrouwen, wie dan wel? Mijn vader mishandelde me waar anderen bij waren. Geen enkele volwassene greep ooit in. Het versterkte mijn gevoel dat ik een duivelskind was.’
De gevolgen van misbruik en geestelijke vernedering zijn helaas voor veel vrouwen herkenbaar. Angel beschrijft in Ik was het duivelskind schrijnende voorbeelden de machteloosheid van de hulpverlening. Politieagenten helpen haar als ze haar als ze haar radeloos en verward op straat vinden. Buren denken dat ze een crimineel is, want anders staat er toch niet zo vaak een politieauto voor de deur?
Wanneer er een hulpverlener verschijnt die haar werkelijk wil helpen, keert de vechtlust in Angel terug. Met veel doorzettingsvermogen doet ze dingen waar ze vroeger zo bang voor was. Beetje bij beetje groeit haar zelfvertrouwen. Grappige en intens trieste momenten wisselen elkaar af in dit boek dat ontroert en inspireert.
Karin Bloemen, zelf slachtoffer van misbruik, schreef het voorwoord.
Angel van der Vecht (1970) heeft een veelgelezen blog www.angelsite.nl en verzorgt presentaties voor diverse maatschappelijke organisaties. Ze schreef dit boek met medewerking van schrijfster en onderzoekjournalist Maria Genova (1973).