'Het lijkt wel een slachtoffer van de Volendamse cafébrand,' roept vader Edwin als zijn dochter Bente in 2001 wordt geboren. Er blijkt iets grondig mis te zijn: grote open wonden, het vel van de beentjes gestroopt. Het ziekenhuis constateert al snel dat Bente lijdt aan Epidermolysis Bullosa, blarenziekte in de volksmond. 'Dit willen we niet,' weten haar ouders meteen en ze vragen om euthanasie. Omdat een pasgeborene wilsonbekwaam is, zou dat echter moord betekenen. Maar de ouders laten het er niet bij zitten. In het ziekenhuis wordt intussen verder gediscussieerd. Artsen, ethici, de officier van justitie, allemaal buigen zij zich over de vraag: wat als de dood de beste van alle slechte opties is? De zaak-Bente kreeg destijds internationale aandacht. In Ik wens je het onmogelijke gaat Roos Schlikker jaren later op bezoek bij de ouders en spreektmet artsen en betrokkenen. Vanuit al hun perspectieven beschrijft ze een van de grootste taboes en zwaarste ethische dilemma¿s.