Als boer en dichter Domènec geveld wordt door een bliksemschicht, blijft zijn jonge vrouw Sió alleen achter met haar stugge schoonvader Ton en haar kinderen Mia en Hilari, die half wild opgroeien in het oerlandschap van het Pyrenese hooggebergte, vlak bij de grens met Frankrijk. Ze raken bevriend met de reuzenzoon Jaume en met z’n drieën vormen ze een onoverwinnelijk bondgenootschap en beheersen ze de bergen, totdat het noodlot andermaal toeslaat en de drie jongelingen worden verdreven uit hun paradijs naar een wereld van dood en gevangenschap, wrok en eenzaamheid, waarin evenwel, na vele jaren, de hoopt gloort op een schuchtere hereniging. Ik zing en de berg danst is een mythische symfonie waarin alles wat leeft en niet leeft in de Pyreneeën meezingt: wolken, paddenstoelen, heksen, dieren en spoken, tot en met de aarde zelf: “Here is a Pyrenees fable that is utterly universal, deadly funny, and profoundly moving.”— Max Porter
De schrijfster
Irene Solà is in 1990 geboren in Malla, een dorp van een paar honderd inwoners, onder de rook van de stad Vic, in de provincie Barcelona. Zij is afgestudeerd aan de kunstacademie van Barcelona en heeft een master in Literatuur, Film en Visuele Cultuur. In 2012 publiceerde ze de dichtbundel Bèstia (‘Beest’), en in 2017 volgde haar eerste roman: Els dics (‘De dijken’). Met haar tweede roman, Ik zing en de berg danst, won ze diverse prijzen, waaronder de European Prize for Literature 2020, en de roman is vertaald in een twintigtal talen.