In deze bundel heeft José Walenkamp-Dieben in empathisch begrijpelijke taal uitgedrukt wat haar raakt en roert. Ze heeft indrukken weergegeven van de natuur, zoals de ‘oorverdovende’ stilte, de okerkleurige aarde bij avondlicht en het lage strijklicht met zijn lange schaduwen die zijn blijven kleven aan haar netvlies, gedurende de periode dat zij woonachtig was in de Franse Pyreneeën. Het grootbrengen van een pasgeboren reekalfje was een hoogtepunt. Menselijke tekortkomingen zijn in haar gedichten niet gemeden. Liefdevolle momenten zijn simpel benoemd. Grappen gemaakt met een knipoog. Zelfs verlies is teder belicht zonder boosheid. Dankbaarheid wordt af en toe niet toonvast bezongen. Een debuutbundel met verrassend bescheiden gedichten, verlucht met enkele pastellen uit de serie “malle koppen”.