Sabine De Vos reisde voor haar werk en voor Cunina - een organisatie die kinderen in ontwikkelingslanden helpt - de halve wereldbol af. Overal ontmoette ze arme kinderen die meesters zijn in overleven. Gehard door het leven, maar met grootse dromen, slimme ogen en een radde tong. Een school hebben ze vaak nog nooit van binnen gezien en hen opvoeden, daar heeft nog niemand zich mee beziggehouden. Maar het blijven kinderen. Elk met zijn of haar eigen levensgeschiedenis, verhalen die De Vos inspireerden voor dit boek. Over kinderen in de diepe jungle van Congo en Brazili?, de rijstvelden van de Filippijnen, de sloppenwijken op Ha?ti, de bergtoppen van de Himalaya in Nepal of Zululand in Zuid-Afrika.