Met «Het Amsterdams Dodenboekje», de inmiddels klassieke momentopname van Amsterdam in de jaren zestig, was Larrie in één klap een nationale beroemdheid. En met hem zijn geestelijke vader Hans Plomp.
Larrie doorstond de sixties met glans, en behield ook in de jaren zeventig, tachtig en negentig zijn tolerante en humoristische kijk op de wereld in het algemeen en Amsterdam in het bijzonder. Larrie's belevenissen, en die van zijn vrienden (eigenlijk allemaal gewoon puike vogels) vormen een spiegel van onze samenleving, zoals die wordt ervaren door de vele merkwaardige wezens die Amsterdam herbergt.
«In Amsterdam. De verhalen van Larrie» heeft Hans Plomp zijn Larrie-verhalen verzameld. Het boek bevat onder andere de volledige bundels «Het Amsterdams Dodenboekje» (1970) en «Open inrichting. Nieuw Amsterdams Dodenboekje» (1985), en twee niet eerder in boekvorm verschenen recente verhalen. Samen geven zij een fascinerend beeld van Mokums Magisch Theater, van provo's, hippies en psychedelische revolutionairen, van krakers, punks en junks zowel in deze dimensie als in de, met of zonder hulp van geestverheffende middelen betreden, dimensies daarnaast.
'Plomp schrijft dat hele wanhopige mengsel ontwapenend goed op: het is heel vermakelijk en ook een beetje ontroerend. Als portret van een ouder wordende jongeling die het verdomt om verstandig te worden, is het iets bijzonders.' - Aad Nuis in De Volkskrant