Kort voor zijn pensionering wordt hoofdcommissaris Pujol ontboden in een afgelegen bergdorp, waar het lijk van een vrouw is gevonden. Het is een raadselachtig geval, want elke aanwijzing om de identiteit van het slachtoffer of de mogelijke dader te kunnen vaststellen, ontbreekt. Uit de mond van de vrouw steekt een briefje, waarop in hoofdletters staat geschreven: IN DE NAAM VAN HET VARKEN.
Een verhaal, waarin zowel Pedro Almodóvar als Bret Easton Ellis de hand in gehad lijken te hebben, ontvouwt zich. De scènes met de bijna gepensioneerde hoofdcommissaris Pujol en zijn vrouw zijn van een ontroerende onhandigheid, maar waar T., de protegé van Pujol en aanvankelijk een charmant figuur, ten tonele verschijnt, beginnen de zaken al vlot uit de hand te lopen. Behalve deze beide hoofdpersonen, maakt een gezelschap van zeer divers pluimage zijn entree in In de naam van het varken, waarin Tusset een wereld schetst die we allemaal kennen uit de films van Pedro Almodóvar, maar waarvan de randjes bloederig worden als in American Psycho. Met net zoveel gemak zet de auteur een onhandige inspecteur neer die worstelt met het bestaan, als een psychopaat die koelbloedig over lijken gaat.