Van Lottum en Petram nemen telkens een afbeelding van de stad als uitgangspunt en gaan op zoek naar de geschiedenis achter dat beeld. Zoals het verhaal van Dirkje Andriesz., die haar halve leven opgesloten in een werkhuis doorbracht, of dat van Jacob Kerrens, die als baby te vondeling werd gelegd. Twaalf verhalen tonen op indringende wijze dat het leven in de stad voor velen neerkwam op proberen te overleven. Tegelijkertijd laten ze zien hoe de stad haar inwoners al eeuwenlang kansen biedt iets van hun leven te maken.
In In de schaduw van de stad van Jelle van Lottum en Lodewijk Petram dient de hoofdstad als lens waardoor de bredere geschiedenis wordt beschouwd.