Wie waren deze geweldloze 'Goede Christenen', dat Rome het nodig vond een kruistocht te prediken om hen uit te roeien ? Ze bouwden geen kerken of kloosters, bezaten geen kunstschatten, produceerden geen kostbare verluchte manuscripten. Ze hadden geen andere bezittingen dan de huizen waarin ze woonden en werkten en een paar vellen perkament waaop het Nieuwe Testament geschreven stond. Wat rest er nog van hen behalve de sporen van de oorlog die een bloeiende samenleving ruïneerde, een hele cultuur wegvaagde? Bestaan ze eigenlijk nog?
In het voetspoor van de Katharen betreedt de schrijfster bekende plaatsen als Béziers, Carcassonne, Foix en Montségur, maar ook minder bekende zoals de verzetshaard Lastours Cabaret, ook wel het tweede Montségur genoemd, en Le Mas Saintes Puelles, waar het hart van de Katharen werkelijk klopt.