Jarvaï en Mensoorah: in veel van Robert Ankers nieuwe gedichten zijn twee personages met mythisch klinkende namen in gesprek over de lotgevallen van hun generatie. Over de maatschappelijke verwildering waarin de vrijheidsdrang lijkt te zijn ontaard, over het persoonlijke einde en de verwarringen van het dichterschap. Alles in een retorisch taalgebruik dat we van Anker zo nog niet kenden.