Op een Novemberavond in 1775 rijdt de postkoets van Londen naar Dover over de heuvels, als zij wordt ingehaald door een bede te paard, die met de onbegrijpelijke boodschap "Tot het leven teruggeroepen" naar Londen terugkeert.
De betekenis van de bodschap wordt duidelijk als wij in Parijs, verborgen op een zolder, gevangen in verstandsverbijstering, dokter Manette vinden. Jarenlang is hij gevangene van de Bastille geweest; nu hij vrij gelaten is, leeft hij nog slechts als een wrak. Door de trouwe zorg van zijn dochter Lucie wordt hij echter inderdaad tot het leven teruggeroepen; hij vestigt zich in Londen. Daar vatten zijn dochter en een jonge Fransman, Charles Darnay, liefde voor elkaar op. Darnay, van afkomst aristocraat, trekt in de Terreurdagen van de Franse Revolutie naar Parijs, wordt gevangen genomen, ten koste van eindeloze inspanningen vrijgesproken, doch opnieuw gegrepen en nu ter dood veroordeeld. Dan ziet de stille verering van Sydney Carton, een vriend van Lucie, een uitweg voor zijn liefde, en 0eedding voor Charles Darnay.