De boodschap van dit boek is heel eenvoudig: hoe dichter we bij God leven, hoe vrijer we zullen worden. Als je dat weet, weet je eigenlijk voldoende. Maar ons beeld van God lijkt soms juist in tegenspraak te zijn met vrijheid, persoonlijkheid en leven. We hebben binnen de kerk vaak meer onvrijheid ervaren, meer plicht en schuldgevoel, meer gelijkvormigheid en imitatie dan daarbuiten. Daardoor vinden we het moeilijk te geloven dat Hij het allermooiste met ons voor heeft, en is het voor ons niet meer vanzelfsprekend om op Hem te vertrouwen. Dit is een boek van herademing. Maar om zover te komen, moet je eerst de verlamming van onze angst onder ogen zien, de gebondenheid van onze zelfzucht, de dwang van onze illusies, en de beperking van onze grenzen. Eenmaal vrij geworden van dat alles, zal de luister van deze nieuwe vrijheid je hele leven veranderen. Letterlijk indruk wekkend, als een stempel dat je identiteit bepaalt, en je gaat verlangen naar niets anders dan dat.