Flaptekst
Parijs 1968. Tijdens de studentenrellen wordt Theo heftig verliefd op Georgette.
De ontmoeting duurt slechts een uur. De gevoelens blijven.
Jaren later is hij terug in Parijs, deze keer verliefd op Roos met wie hij trouwt. En dan is er nog het schilderij Het Paasmeisje, van Victorine Meurent ... Misschien wel zijn grootste liefde.
Vijfendertig jaar later vertrekt Roos, en moet kunstkenner en museumconservator Theo in het reine komen met zijn obsessie voor een schilderij. Ingelijste liefde toont de ontwikkeling van een vijftiger die zijn leven een andere wending geeft, nadat hij met veel moeite zijn verleden, zijn kindertijd, en de onvermijdelijke misstappen die daaruit voortkwamen, onder ogen heeft gezien.
Dat alles op de van Jan J. Bakker bekende laconieke toon. Zoals in deze passage:
Niets is er meer over. Zijn huwelijk stuk, zijn levenslange droom uiteengespat en wellicht het allerergste, hij is niet meer in staat de brokstukken op enigerwijze bij elkaar te rapen. Al zijn mogelijkheden zijn uitgeput. Zijn vingers knijpen een croissant in stukken.