'Zoals een beroepsinbreker aan een cijferslot prutst: zo klikt een gedicht soms ineens.' 'Een gedachte in een gedicht willen stoppen is zoiets als met een bokshandschoen een telefoonnummer draaien.' Twee lukrake citaten uit deze essaybundel. Herman de Coninck schrijft over poëzie zonder vakjargon: 'Een perfecte regel is een regel die zo mooi is dat niet uit te leggen valt waarom. Eva gerlach heeft vele van die regels. Dat zal wel haar uitdaging zijn om te blijven dichten, denk ik. En mijn uitdaging om over poëzie te blijven schrijven dan het geloof dat je dat desondanks kunt proberen uit te leggen.' Kortom, De Coninck schrijft over poëzie minder als criticus dan als collega. Hij vraagt zich af hoe je Faverey aan middelbare scholieren moet duidelijk maken. Ongeveer zoals je een horloge uiteenhaalt.