Leuven 1424. Een aantal figuren uit het Leuvense stadsbestuur, het kapittel van de Sint-Pieterskerk en de entourage van de Brabantse hertog droomt van een Studium Generale of universiteit. Het stoutmoedige plan concretiseert zich in een missie naar Rome onder leiding van Willem Neve. In zijn zog trekt een aantal invloedrijke personen mee die deuren kunnen openen in het Vaticaan, mits ze natuurlijk de nodige gouden munten meebrengen. De oorkonde waarmee paus Martinus V de Universiteit van Leuven vergunde van start te gaan, roept vragen op. Waarom werd ze herschreven? En hoe slaagde Willem Neve erin zich door de paus tot rector te laten benoemen voor een periode van maar liefst vijf jaar? Waarom ontzegde de paus een afdeling theologie aan de universiteit? En waarom wilde men de universiteit niet grondvesten op de ideeën van de aanstormende renaissance? Bronnen die dat kunnen verduidelijken, zijn verloren gegaan, maar in deze spannende historische roman formuleert Joris Tulkens een mogelijk antwoord op die vragen.