Wat als je nergens veilig bent? Als elke beweging die je maakt in de gaten wordt gehouden? Als er een vijand is die meer weet over je weet dan jijzelf?
Herinneringen van vroeger heeft Ithana niet. Ze woont in een kamp, afgescheiden van de rest van de wereld door een muur van vuur. Daar wordt ze getraind, heeft ze een dak boven haar hoofd en genoeg voedsel. Toch gaat ze zich steeds meer een gevangene voelen.
Op een glansrijk moment glipt ze er tussenuit. Onmiddellijk verschijnt er een teken op haar hand van een blauwe ijskraag, waarna ze wordt gesnapt door een kampgenoot. Hij belooft niets tegen de meester te zeggen als ze hem helpt bij zijn missie. Ze stemt toe en merkt dat iets naar haar op zoek is. Iets duisters. Een wezen dat een gevaar vormt voor heel Sondar.
Chaos breekt uit en de jacht op haar wordt ingezet.