Op zijn 28ste ontmoet Raoul de Jong zijn Surinaamse vader voor het eerst. Ze praten hetzelfde, bewegen hetzelfde en geloven allebei in wonderen. Dan vertelt Raouls vader hem een verhaal dat blijft hangen: een van hun voorouders, een medicijnman, kon zichzelf transformeren in een jaguar. Gegrepen door dit mysterie besluit Raoul op onderzoek te gaan in Suriname.
De geschiedenis van deze voormalig Nederlandse kolonie is er een van duisternis en slavernij, maar wie goed zoekt vindt ook veel hoop en levenskracht. Raoul zelf is het levende bewijs: zijn voorouders hebben op de een of andere manier overleefd. Tijdens zijn zoektocht, waarin hij kennismaakt met Surinaamse schrijvers, denkers en verzetshelden, ontdekt hij dat de kracht van de jaguar onmisbaar is geweest voor het land, en beseft hij hoeveel ieder mens daarvan kan leren.
Met Jaguarman, geschreven als een avonturenroman, brengt Raoul de Jong een prachtige hommage aan het land van zijn vader.