Vroeg in de zomer wordt in een badplaats op Long Island een jonge vrouw, die 's nachts na een vrijage nog even in zee wilde, door een haai aangevallen en gedood. Uit het onderzoek blijkt dat men hier te maken heeft met een zeer zeldzaam maar bijzonder gevaarlijk grote witte haai, een echte menseneter. De politiecommissaris Martin Brody wil het zwemmen in zee verbieden maar het gemeentebestuur wenst het hele geval in de doofpot te stoppen. De inwoners van de badplaats leven namelijk bij de gratie van de zomergasten en hun wegblijven belooft een winter van armoe. Het is een noodlottig toeval, zeggen ze, de haai is weer verdwenen. Maar de haai is gebleven en slaat opnieuw toe: twee slachtoffer op één dag. Vanaf die dag wordt het hele dagelijkse leven in de badplaats beheerst door de onzichtbare dreiging in het water voor het strand. Het is tenslotte Martin Brody die met het hart in de keel alles in het werk stelt om de badplaats van dit monster te verlossen.