Wie, zoals Giacomo, jaar in, jaar uit, voortschuifelend op vermoeide voeten, schalen vol dampende spaghetti of minestra opdraagt in een restaurant op de hoek van de rumoerige 42nd Street in Chicago, verlangt op den duur naar huis. Die droomt van het oude geboortedorp, dat als een nest tegen de rotsen hangt. Van een bankje onder een wilde vijgenboom, met een wijd uitzicht op het blauw verschietende Toscaanse land. Er wordt geld ingezameld en Giacomo gaat naar zijn geboortedorp. In dat arme dorp heeft men over de terugkeer van Giacomo gehoord en iedereen hoopt dat de natuurlijk in Amerika rijk geworden Italiaan hem uit de narigheid zal helpen. Het dorp siert zich op, Giacomo wordt als een vorst ingehaald... De oude man zoekt zijn rustige dorp; het feestelijke dorp zoekt de rijke Amerikaan. Hoe het allemaal afloopt leest u in dit fijnzinnige, met humor vertelde verhaal.
In het tweede verhaal, Terugkeer, beleeft de lezer door de ogen van een tienjarig meisje het kerstfeest van een aantal vluchtelingen uit Oost-Duitsland, die in een kamp voor displaced persons zitten. Een heel bijzonder kerstverhaal.
In het tweede verhaal, Terugkeer, beleeft de lezer door de ogen van een tienjarig meisje het kerstfeest van een aantal vluchtelingen uit Oost-Duitsland, die in een kamp voor displaced persons zitten. Een heel bijzonder kerstverhaal.