‘Juan Benet had een theatrale ziel in een mathematisch lichaam,’ stelt de Spaanse schrijver Vicente Molina Foix kernachtig. De grote vernieuwing van het romanwerk van Benet is dat het, meer dan te vertellen, op alle niveaus aanschouwelijk maakt. En Región, het imaginaire land dat hij via dat werk heeft ontwikkeld en dat het brandpunt van deze aanschouwelijkheid vormt, is net als de mathematica een zelfstandige constructie van een onherleidbare taal, zij het hier natuurlijk een strikt literaire.
'Je zult terugkeren naar Región' impliceert dan ook in de eerste plaats een terugkeer naar het land van de voorstelling, en dit in alle betekenissen van het woord. Een reis, een tocht door en voorbij de indrukwekkende fysische geografie van een onherbergzame bergstreek – die vooral in het eerste hoofdstuk vorm krijgt en waar een bijna mythische broederstrijd wordt uitgevochten en een al bijna even mythische bewaker, Numa, zijn wet oplegt – naar een ‘metafysisch achterland’, bestaand uit de herinneringsbeelden die de twee hoofdpersonages, ieder vanuit een volstrekt eigen perspectief, gedurende hun samenzijn in de laatste drie hoofdstukken oproepen en waarvan oorlogs- en liefdesperikelen de kern uitmaken.
Na 'Je zult terugkeren naar Región' heeft Benet nog een zestal romans geschreven die zich in Región afspelen, een cyclus die in 1989 met de publicatie van 'In de schemer' werd afgesloten.