Zijn meester Bertie Wooster is verloofd geweest met zo ongeveer alle beschikbare meisjes uit het Londense West End - meer uit onhandigheid misschien dan uit trouwlust, maar toch. Als ervaringsdeskundige wil hij in Jeeves en de liefde twee van zijn vrienden helpen de vrouw van hun hart te veroveren, en probeert hij ondertussen vooral zelf te ontkomen aan Madeline Bassett, "de meest zijige, zweverige en sentimentele zemelaar die ooit heeft durven beweren dat de sterren Gods madelievenkransje zijn".
Al doende weet hij, met de onmisbare hulp van Jeeves, ook zijn gastheer Esmond Haddock, de filmster Cora Starr, de plaatselijke veldwachter en het kamermeisje Queenie gelukkig te maken.
Kortom, een feest der liefde, en dat ondanks een overvloed aan tantes, een rampzalig dorpsconcert en de weeë pulpromans van Rosie M. Banks.
P.G. WODEHOUSE schreef vermakelijke plots vol literaire en maatschappelijke verwijzingen, maar wordt vooral gelezen om zijn origineel en lenig taalgebruik en om de veelheid van onverwachte beelden. In deze splinternieuwe vertaling van The Mating Season herkennen we Wodehouse ook wat dat betreft weer op zijn best!