Sigrid Undset (1882-1949) heeft grote romans op haar naam staan, zoals Kristin Lavransdochter en de Olav Audunszoon-trilogie. Deze kolossale historische romans, waarvoor ze in 1928 de Novelprijs ontving, maakten haar voorgoed beroemd. De vroege roman Jenny (Sigrid Undset debuteerde in 1907, Jenny dateert uit 1911) ontstond uit de indrukken die Sigrid opdeed tijdens haar verblijf in Rome. Het boek, door de Noorse televisie verfilmd met Liv Ullmann in de titelrol, eens zeer gewaagd gevonden vanwege erotische scenes en de onconventionele houding van de vrouw, verteld de geschiedenis van de 28 jarige Jenny Winge, die - dan al zonder iluusies wat betreft een gelukkig leven - onder de zuidelijke zon haar landgenoot Hele Gram leert kennen. Hun liefde houdt later in het benauwende noorden geen stand. Helges vader, wiens huwelijk is gestrand, ziet in jenny zijn jeugdliefde belichaamd, en als Jenny zich tot de rijpere, begrijpende en ridderlijke man aangetrokken voelt, komt het tot een verhouding. Jenny ziet echter in dat zij met hun liefde niet op hetzelfde spoor zitten, en verlaat hem, hoewel ze een kind van hem verwacht. Ook het moederschap brengt geen vervulling: het kind sterft. Als ze tenslotte het geluk schijnt te hebben gevonden met een Zweedse schilder, ontmoet ze in Rome opnieuw Helge, die nog altijd van haar houdt en haar in een vlaag van woede verkracht. Wanhopig en vol schaamte beneemt Jenny zich het leven.