* In samenwerking met het Ernest Claesgenootschap
*
Prachtig geïllustreerd door Leo Fabri
*
Tekstkritische editie van 'Jeugd' en 'De oude klok' o.l.v. prof. dr. em. A. Keermaekers
Jeugd (1940) werd bekroond met de 'Driejaarlijkse Staatsprijs voor Vlaams verhalend proza', periode 1939-1941; De oude klok (1947) is een voortzetting, eerder een aanvulling bij het eerste werk. Met dat eerste zette Claes een reeks van autobiografische werken in, het grote verhaal 'van 's levens kleine inhoud'. In Jeugd en De oude klok schetst de auteur zijn jeugdjaren, onderhoudend, boeiend en zonder sentimentele nostalgie. De bekroning van het eerste was een erkenning van de literaire verdienste.
Er is thans nog een 'toegevoegde waarde': beide verhalen werden 'documenten', waarin een beeld wordt gegeven van een tijd die volkomen voorbij is: een 'leefwereld' op de grens van Kempen en Hageland op het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Was de sfeer ervan nog enigszins bekend aan de generatie van een halve eeuw geleden, intussen is die 'historie' geworden. Dankzij hun zuiver-artistieke waarde kan ook het 'historische' aspect de moderne lezers nog boeien.
De tekst van de nieuwe uitgave is die van de eerste druk van beide werken. Bovendien laat een vergelijking met de handschriften, berustend in het AMVC, én een raadpleging van het uitzonderlijk rijke archief (AMVC en voor het Ernest Claesgenootschap, Winksele) toe het ontstaan, de groei én de naklank van beide werken te schetsen. Dat 'verslag' van Prof. dr. em. A. Keersmaekers is tevens een deel van de editie.
*
Prachtig geïllustreerd door Leo Fabri
*
Tekstkritische editie van 'Jeugd' en 'De oude klok' o.l.v. prof. dr. em. A. Keermaekers
Jeugd (1940) werd bekroond met de 'Driejaarlijkse Staatsprijs voor Vlaams verhalend proza', periode 1939-1941; De oude klok (1947) is een voortzetting, eerder een aanvulling bij het eerste werk. Met dat eerste zette Claes een reeks van autobiografische werken in, het grote verhaal 'van 's levens kleine inhoud'. In Jeugd en De oude klok schetst de auteur zijn jeugdjaren, onderhoudend, boeiend en zonder sentimentele nostalgie. De bekroning van het eerste was een erkenning van de literaire verdienste.
Er is thans nog een 'toegevoegde waarde': beide verhalen werden 'documenten', waarin een beeld wordt gegeven van een tijd die volkomen voorbij is: een 'leefwereld' op de grens van Kempen en Hageland op het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Was de sfeer ervan nog enigszins bekend aan de generatie van een halve eeuw geleden, intussen is die 'historie' geworden. Dankzij hun zuiver-artistieke waarde kan ook het 'historische' aspect de moderne lezers nog boeien.
De tekst van de nieuwe uitgave is die van de eerste druk van beide werken. Bovendien laat een vergelijking met de handschriften, berustend in het AMVC, én een raadpleging van het uitzonderlijk rijke archief (AMVC en voor het Ernest Claesgenootschap, Winksele) toe het ontstaan, de groei én de naklank van beide werken te schetsen. Dat 'verslag' van Prof. dr. em. A. Keersmaekers is tevens een deel van de editie.