Tove is vijftien. Omdat ze niet genoeg geld heeft om haar school af te maken, slijt ze het ene slechtbetaalde baantje na het andere. Wat ze wil is iets anders: poëzie en verhalen schrijven, de liefde ervaren en onafhankelijk zijn. Terwijl Europa langzamerhand verstrikt raakt in de Tweede Wereldoorlog, wordt Toves leven bepaald door haar complexe ouders, wrede werkgevers en een hospita met nazistische sympathieën. Vriendinnen nemen haar mee uit dansen om jongemannen te ontmoeten - maar Tove is op zoek naar iemand die haar poëzie serieus neemt en een kamer om in te schrijven. Na Kindertijd volgt Jeugd, het tweede deel uit de Kopenhagen-trilogie van Tove Ditlevsen. Afhankelijkheid, het slotstuk, is een nietsontziend portret van een verslaving – en de weg daaruit.