Als beginnend politieman liet je haar ontsnappen. Nu kleeft het bloed van haar slachtoffers aan jouw handen.
Tijdens zijn eerste avond bij het politieteam van Detroit werd Walter O’Brien naar een plaats delict gestuurd. Een doodsbange jonge vrouw had haar kidnapper doodgeknuppeld met een precisie waar zelfs O’Briens partner, een oude rot in het vak, van stond te kijken. De vrouw bleek ook een expert in ontsnappen: ze verdween nog dezelfde avond spoorloos uit de verhoorkamer en werd nooit meer teruggezien. Het was voor de politie onmogelijk om de zaak af te sluiten en O’Brien om haar te vergeten.
Jaren later is de inmiddels ervaren O’Brien gepromoveerd tot rechercheur. Hij is nog altijd gefascineerd door de moordenares die hem destijds door de vingers glipte. Dan blijkt dat hij niet de enige is die op zoek is naar de vrouw, die nu de naargeestige bijnaam de Zwarte Weduwe draagt. Langzaam legt hij een reeks dodelijke geheimen bloot die weliswaar niet in Detroit is begonnen, maar, als het aan O’Brien ligt, daar wel degelijk zal eindigen.