Belgische jihadisten trekken naar Syrië: de kranten staan er vol van. Maar heeft u in die artikels al een van de volgende vragen gelezen? Waarom vertrekken er geen Turkse Belgen, toch ook moslims? Waarom gaat het altijd om jongens en meisjes waar een hoek van af is? Waarom leest u geen teksten van hen? Waarom vertrekken hun ronselaars nooit naar ginder? Speelt alleen de ‘radicale’ islam een rol in de exodus? Of worden de jihadisten ook geradicaliseerd door het structurele racisme van onze maatschappij? Wat heeft racisme te maken met kolonialisme? Heeft Frantz Fanon gelijk als hij spreekt over de traumatisering door kolonialisme en racisme? Zijn er andere antwoorden op dit fenomeen dan ‘vertrekken naar Syrië’? So viele Berichte. So viele Fragen, Bertold Brecht dichtte het al.
In Jihad en kolonialisme geeft Lucas Catherine een begin van een antwoord. En hij heeft een onverwachte kompaan opgediept: Kareem El Hidjaazi, die Brussel inruilde voor Jemen en al vijftien jaar zoals de Profeet leeft. Zo hoort u het ook eens van iemand anders.
In Jihad en kolonialisme geeft Lucas Catherine een begin van een antwoord. En hij heeft een onverwachte kompaan opgediept: Kareem El Hidjaazi, die Brussel inruilde voor Jemen en al vijftien jaar zoals de Profeet leeft. Zo hoort u het ook eens van iemand anders.