Wanneer al het eten van de wereld aan één kant ligt, dan draait ze scheef. Dan heerst de honger en de kou.
Hoog boven in een wolkenkrabber, luistert een meisje naar de stilte en kijkt ze naar het wit van haar papier. Ze schrijft brieven aan wie ze lezen wil. Ze vouwt ze tot vogels van papier en gooit ze tussen de tralies van haar raam door naar beneden. Tot er eentje wegvliegt.