Er hing iets onheilspellend om hem heen. Hij stond voor me maar was tegelijkertijd onbereikbaar. Ik had mezelf nooit met iemand zo mysterieus en ongrijpbaar voorgesteld. Toch was een blik in zijn prachtige ogen genoeg om me tot in mijn kern te raken. Slechts één aanraking bracht mijn lichaam tot leven en het geluid van zijn stem veroorzaakte een, voor mij onbekend, verlangen. Ik wist dat hij geen man was voor mij, maar onze paden bleven zich kruisen. Alsof het universum anders had besloten. Hoe meer ik mijn groeiende gevoelens voor hem probeerde te onderdrukken hoe sterker de aantrekkingskracht werd. Het moment dat ik me eraan overgaf, was ik verloren. We vlogen snel en hoog. Te snel, te hoog. De val was onvermijdelijk en de schade onherstelbaar.