Toen The New York Times Amsterdam-Noord vergeleek met Brooklyn en op nummer drie plaatste in hun jaarlijkse lijst van onontdekte parels die je bezocht móét hebben, maakte Massih Hutak zich zorgen. Want nu was de buurt hip, maar hij constateerde dat tegelijkertijd meer en meer bewoners en ondernemers in de problemen kwamen door de steeds hogere huren. Zij profiteerden niet mee van de investeringen die nu in de buurt werden gedaan. Dit gebeurt niet alleen in Amsterdam, maar overal ter wereld. San Francisco, Los Angeles, Londen, Parijs en Berlijn, overal zag hij hetzelfde fenomeen: de oorspronkelijke bewoners worden in hoog tempo vervangen door nieuwe, vaak jonge bewoners, met hogere inkomens. Hippe koffietenten nemen de plaats in van de oude groente- en fruitboer. Dure koopwoningen voor de happy few komen in de plaats van betaalbare huur. Gentrificatie, heet dit, en het is geen natuurverschijnsel, maar het resultaat van beleid. Getuige van de veranderingen in zijn eigen buurt ging Massih Hutak op zoek naar hoe het werkt, en naar een antwoord op de vraag hoe steden kunnen groeien en oude en nieuwe bewoners samen kunnen leven. Want de stad moet een plek voor iedereen zijn.