Harry en de hond Don trekken samen als zwervers langs het strand. Beiden hebben ze gen huis meer. Op een nacht in de zomer van 1942 zijn de ouers van Harry en zijn jongere zusje omgekomen bij een nachtelijk bombardement. Hij ontvlucht zijn overbezorgde tante Elsie en gaat naar het strand. Daar ontmoet hij de hond Don, waarschijnlijk ook een overlevende van een bombardement. Harry leert hoe hij kan leven van wat hij vangt in de zee en vindt op het strand. Een tijdje is hij loopjongen voor Engelse soldaten die gelegerd zijn in een kamp dicht bij de kust, maar na een onaangenaam voorval gaan ze samen weer verder langs de verlaten kust.